Een dodelijk salamander syndroom
Evolutie is de strijd om het voortbestaan, maar bij sommige soorten watersalamanders overleeft 50% van de nakomelingen bij voorbaat niet. Van elke twee eitjes die een vrouwtje legt, komt één niet uit! Dat is een enorme verspilling. Hoe kan het dat natuurlijke selectie dit dodelijke syndroom niet laat verdwijnen? Leer hier hoe Manon de Visser en haar collega’s dit raadsel proberen op te lossen.


Opdracht 1
Onderzoek soorten salamanders
Variatie
Fenotype en genotype
Diersoorten die in dezelfde omgeving leven lijken vaak op elkaar. Toch zijn er verschillen, zowel in uiterlijk en gedrag (fenotype) als in erfelijke eigenschappen van het DNA (genotype). Ook individuen binnen een soort vertonen kleine verschillen. Je noemt dit ‘variatie’. Leer hieronder hoe genotype en fenotype samenhangen. En hoe je verschillen tussen watersalamanders herkent.



Opdracht 2
Benoem kenmerken en eigenschappen
Zoek de verschillen
Opdracht 3
Samen bespreken
“Door nieuwe DNA technieken weten we nu zeker dat er minstens zeven soorten kamsalamanders zijn”

Opdracht 4
Doorgeven van kenmerken

Een theorie bewijzen
Een gebalanceerd syndroom
“Mutaties kunnen een nadeel, maar ook juist een voordeel opleveren, of gewoon neutraal zijn.”

Opdracht 5
Gebalanceerd dodelijk syndroom
Fenotype en genotype vergelijken
Zoeken naar foutjes
Watersalamanders zijn niet de enigen met dit dodelijke syndroom. Sommige soorten insecten en planten hebben het ook. Maar hoe vind je foutjes in de miljarden letters aan DNA-code? We kijken bij verschillende soorten dieren naar individuen die niet uit het ei komen omdat de ontwikkeling verstoord is. Deze vergelijken we met eitjes die gezond uitkomen. En dan gaan we heel gericht zoeken naar verschillen in het DNA. We vergelijken eerst stukken DNA (genen) die zorgen voor ontwikkeling van ei naar larve. Daar zoeken we dan naar stukjes die missen of door een mutatie kapot zijn gegaan.

Ontwikkeling watersalamanders
Vergelijk deze twee foto's en zoek de verschillen.
Opdracht 6
Gezonde of verstoorde ontwikkeling
“In mijn onderzoek combineren we verschillende inzichten: uit genetisch onderzoek en van studies naar ontwikkeling en gedrag.”

Supergen of bloopergen?
“Supergenen die in een evolutionaire val zijn gelopen noem ik ‘bloopergenen’: wat ‘super’ voordelig is op korte termijn, kan heel nadelig zijn op lange termijn.”

Evolutie is gedachteloos
Wat kan een voordeel zijn van weinig mutaties in een gen? En wanneer zou een mutatie wel voordelig kunnen zijn?
Wat heb je geleerd?
Genotype, fenotype en variatie
Individuen van een soort verschillen, zowel in uiterlijk en gedrag (fenotype) als in erfelijke eigenschappen van het DNA (genotype). Kleine variaties in genotype kunnen tot uiting komen in het fenotype.
Evolutie onderzoeken en begrijpen
Wetenschappers hebben theorieen over hoe evolutie werkt. Zo’n theorie onderzoeken ze bijvoorbeeld door gezonde individuen te vergelijken met individuen met een afwijking. Daarbij kijken ze zowel naar uiterlijk, als gedrag en verschillen in het DNA van verschillende soorten. Zo proberen ze door veel puzzelwerk hun theorie te bewijzen.
